Uitspraak
15/700617-14
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKING in raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van 28 januari 2015, houdende bevel tot opheffing van het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte voornoemd.
De feiten en de rechtsgang
Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Alkmaar van 29 januari 2015, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam].
De beoordeling
Het hof is van oordeel dat de verdachte niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, aangezien het Wetboek van Strafvordering niet voorziet in een appelmogelijkheid tegen een beschikking als hierboven vermeld.
De beslissing
Het hof:
VERKLAART DE VERDACHTE NIET-ONTVANKELIJK in het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 18 februari 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. L.I.M. van Bergen, voorzitter,
mrs. M.J.G.B. Heutink en J.G.B. Pikkemaat, raadsheren,
in tegenwoordigheid van K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 18 februari 2015,
de advocaat-generaal